24 februari 2013

De Kwadijker molengang

Wat een paar uurtjes onderzoek al niet voor leuke gegevens kan opleveren. Ik weet inmiddels dat de molen waar mijn voorvader op werkte geen watermolen wordt genoemd, maar poldermolen. Dit om inderdaad verwarring met een molen die wordt aangedreven door een waterrad te voorkomen.
Per molen kon een hoogteverschil van iets meer dan 1 meter worden overbrugd. Hoger kon een scheprad het water niet opstuwen. Om dus een groter hoogteverschil te overbruggen had je meer molens nodig. Deze werden in cascade gebouwd, waarbij steeds het water van de voorgaande molen een treetje hoger werd gebracht. Zo'n reeks samenwerkende molens heet een molengang en die bij Kwadijk (de moderne schrijfwijze van Quadijk) telde er vier.
Op een kadastrale kaart uit 1832 is dat heel mooi uitgetekend:



En die kaart is goed te gebruiken als een sjabloon voor een 3D computermodel. Eerst de vorm van het land er in brengen, compleet met alle hoogteverschillen en dan de vier molens er in zetten. O ja, die molens moeten natuurlijk ook nog even getekend worden... Het geheel aankleden met wat bomen en begroeiing en klaar. Tenminste dat is de simplistische voorstelling van zaken die ik nu zie. Ongetwijfeld kom ik wat moeilijkheidjes tegen tijdens het tekenwerk, maar dat zien we dan wel weer. En ik kan altijd de hulp van experts inroepen.

23 februari 2013

De molenaar van de Quadijkerbrug

Ik heb een paar molenaars in mijn voorfamilie, die hun geld verdienden met het malen van graan (Elburg) of het persen van oliehoudende zaden (Zaandam). Maar vandaag vond ik een nieuwe variant, namelijk de watermolen. Geen molen die op waterkracht loopt, met zo'n groot rad aan de zijkant, maar een molen die windkracht gebruikt om water weg te werken. Met die molen en een hele hoop andere is de Beemster drooggemalen en werd ervoor gezorgd dat het waterpeil niet te hoog kwam.
Hier is de ondertrouwakte uit 1661 van mijn voorvader Albert Ariaensz:



Hij was toen de "zoon van de molenaar" later volgde hij zijn vader op. De molen staat bij de Quadijkerbrug, ofwel de brug over de Ringvaart in de buurt van het dorp Kwadijk. Die molens, het waren er 4, staan er al lang niet meer. Hoe dat er vroeger heeft uitgezien staat op een kaart van de Beemster uit 1658:



De molen rechtsboven is de zogeheten ondermolen. Die schept het water vanuit de polder naar een sloot die wat hoger ligt. Dan komt de volgende molen aan bod (de rechter van het rijtje van 3). Daar gebeurt weer hetzelfde, water wordt een niveau hoger geschept door een groot rad. Het hele rijtje wordt zo afgewerkt, tot de meest linkse molen het water in de Ringvaart schept. Het mag primitief lijken, maar met dit soort molens werd 400 jaar geleden wel een meer met een oppervlak van 7200 hectaren droogelegd. De kaart is gemaakt door:



Daniël van Breen. De Universiteit van Amsterdam heeft een zeer fraaie scan van die kaart online staan.

Voor een beschrijving van het hele maalproces met de molens is een bezoekje aan de website van Poldermolens.nl een aanrader.

En kijk ook eens in het domein van Theo Bakker.

16 februari 2013

Even aandacht voor de Beemster - 2 -

Het onderzoek in de Beemster gaat verder naar de familie De Wit. De ouders van Jacob Gerritsz de Wit, Gerrit Jansz en Baafje Jans, trouwden in 1667 in de Beemster. Als aantekening bij het huwelijk staat: beijde wonende in de Diemer-meer.



De Diemermeer was de naam van de waterplas ten oosten van Amsterdam, die in 1629 is drooggemalen en toen als Watergraafsmeer door het leven ging. Deze polder is trouwens twee keer droogemalen, want een dijkdoorbraak in 1651 zorgde ervoor dat het hele gebied weer onder water kwam te staan. In 1675 was Gerrit de Wit hovenier in de Beemster en ik denk, dat hij in de Diemermeer hetzelfde deed. Hij zal waarschijnlijk een beplanting hebben uitgezocht die op brakke grond kon groeien. Bij de inpoldering van Flevoland is hetzelfde gedaan, eerst met riet en daarna met koolzaad. Riet bleek goed in staat om het zout uit de bodem te halen. Het riet werd later in brand gestoken, zodat er meststof ontstond. Dit overigens tot woede van mijn moeder, die net de was buiten had gehangen en daar een regen van verkoolde snippers op zag neerdalen. Wij woonden toen in Bussum, hemelsbreed zo'n 15 kilometer van de brandhaard.

Verschillende polders, gelijke indeling
Nederland kent een aantal polders, de meeste zijn drooggemaakt in de 17e eeuw. Het door bemaling ontstane nieuwe land werd rationeel ingedeeld, er hoefde geen rekening te worden gehouden met bestaande erfscheidingen, riviertjes of andere zaken. Het land kon, zo goed en zo kwaad als dat ging, worden verdeeld in rechthoekige stukken. Om te beginnen werd de nieuwe polder doorsneden door een weg, die het land in twee helften splitste. Die weg werd heel toepasselijk de middenweg genoemd. Als tweede werd een weg aangelegd die daar haaks op stond en die veelal de kruisweg heette. In de Beemster zag dat er zo uit (middenweg in rood, kruisweg in oranje), met de toevoeging dat de kruisende lijn de middensloot was:



De Purmer en Wormer volgden een soortgelijk patroon, hoewel de kruiswegen minder prominent of eigenlijk helemaal niet aanwezig waren:



De Watergraafsmeer volgde het patroon wel en vandaag de dag bestaat daar nog steeds de Middenweg en de Kruislaan. Hoewel een stukje van die Kruislaan nu is omgedoopt tot simpel Science Park. Daar staan de gebouwen van het oude Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer dat nu Sciencepark heet.



En dan de Haarlemmermeer. Ook daar zien we de verdeling in tweeën door een centrale weg en een haaks daar op staande tweede weg. Op het kruispunt van die twee wegen werd een nieuwe nederzetting gebouwd, die toepasselijk de naam Kruisdorp kreeg. Tegenwoordig kennen we die plaats als Hoofddorp.

14 februari 2013

Even aandacht voor de Beemster

Een deel van mijn voorouders is afkomstig uit de Beemster en de afgelopen tijd zijn van die regio een aantal mooie bronnen online gekomen. Familysearch heeft een hoop DTB's van Noord-Holland op internet gezet en eindelijk heeft ook het Waterlands Archief uit Purmerend de stap gewaagd om DTB's te laten fotograferen en aan iedereen te laten zien.
Goed, de Beemster dus, een plas water die tussen 1607 en 1612 werd drooggemaakt. Met zijn leeftijd van 401 jaar zou je zeggen dat dit de oudste polder van Noord-Holland is, maar die eer komt toe aan het Achtermeer, ten zuiden van Alkmaar. Deze plas met een oppervlakte van 35 hectare werd in 1533 drooggemalen. De Beemster is met ruim 7200 hectare aanzienlijk groter.



Hierboven staat de naam Beemster, in een erg mooi handschrift. Ik vond de tekst op de eerste bladzijde van het doopboek van De Rijp, opgeschreven in 1653. Dit doopboek is online gezet door de Mormonen als onderdeel van een lange reeks doop-, trouw- en begraafboeken. De moeite waard om eens te bekijken.

In de leunstoel blijven
Voor genealogisch onderzoek hoef je steeds minder de deur uit, omdat het aantal gescande bronnen op internet steeds groter wordt. Ik noemde al het bladerproject van het Waterlands Archief. Gescande DTB's kunnen per pagina worden doorgebladerd en dat leverde voor mij de volgende vondst op in het doopboek van de Beemster:



De doop in 1675 voorvader Jacobus de Wit, zoon van Gerrit Jansz de Wit. De doopdatum had ik trouwens gevonden op Geneanet.org op de pagina van Ed Nicolaas. En hier blijkt het verschil tussen het zien van een originele bron en een tekstuele afgeleide daarvan. De tekst bevat de essentiële gegevens zoals doopplaats en doopdatum. In de originele bron staat echter meer, namelijk dat Gerrit Jansz de Wit hovenier was op de Hofstede van de Heer Joan van der Straeten. Kijk, en dat biedt weer een handvat voor verder onderzoek. Bijvoorbeeld om antwoord te vinden op de vraag: waar lag die hofstede dan? Al zoekend kwam ik terecht op een mooie website over de buitenplaatsen van de Beemster, een project van Katja Bossaers.
Via het register van de site kwam ik er achter dat Jan Jansz van der Straten in 1675 woonde op kavel AK 21, zie het kaartje dat hieronder staat:



Gelukkig heeft de Beemster een 'versteende topologie' zoals dat zo mooi heet. Dat wil zeggen dat het stratenpatroon in honderden jaren niet of nauwelijks is veranderd. Via Google Earth is dat mooi te zien:



Ik heb perceel AK21 even voorzien van een rode omranding en nu ik dat zo zie kan het best zijn dat de strook land er onder er in feite ook bij hoort. Van de bebouwing uit 1675 is helemaal niets meer over, op AK21 staat een boerderij die aan het eind van de 19e eeuw is gebouwd.

En nu die leunstoel uit!
Tot zover het werk vanuit de leunstoel. Maar je wilt het toch eigenlijk ook in het echt zien, dus de auto in geklommen en op een gure vrijdag naar de Beemster, waar ik de volgende foto heb gemaakt van het perceel AK21:



En dan ook nog een van de zijkant van het grondstuk (dat dus op de foto van Google Earth aan de bovenkant zit). Ik denk dat mijn voorvader ooit wel eens op dat punt heeft gestaan, ruim 300 jaar geleden. Grappig idee, eigenlijk.

09 februari 2013

Het fenomeen 'ranglijstje'

Gelukkig, sinds middernacht kan er niet meer worden gestemd voor het publieksgedeelte van de Geschiedenis Online Prijs. Gelukkig, omdat de potentiële prijswinnaars nu niet meer iedereen lastig hoeven te vallen met hun bedelacties: "Stem op MIJ" of "Stem op ONZE SITE" of "U wilt ONZE VERHALEN toch ook NIET MISSEN". Ik vind dat een storende ruis op de zender.
En waarom doen die partijen dat eigenlijk? Nou, deels omdat ze gek worden gemaakt door de commercie die een zeer grote vinger in de pap heeft bij de organisatie van de prijs. Zo is te lezen:

Het verschil in aantal stemmen kan heel gering zijn. Blijf uw netwerk daarom prikkelen en stimuleren een stem uit te brengen op uw website en vergeet hen vooral niet te attenderen op het bevestigen van de zojuist door hen uitgebrachte stem.
Standaard marketingtechniekje: blijf je best doen, anders gaat de concurrent er misschien mee aan de haal. Degenen die de stemmen uitbrengen moeten hun gegevens opgeven aan een uitgever, met als vooruitzicht een gratis kennismakingsnummer van een tijdschrift. Dat blad ligt inderdaad op een gegeven moment in de bus, maar daarvoor en daarna krijg je de ene mailaanbieding na de andere. Tja, je bent zo dom geweest om je gegevens te verstrekken dus wordt daar gebruik van gemaakt...
Maar goed, de stemming is gesloten en de 10 kandidaten met de meeste stemmen zijn bekend. Er wordt een mooi lijstje op de website gezet:


Uiteraard staan ze nog niet in volgorde, dat zou de spanning wegnemen. De kandidaten worden dus door elkaar heen genoemd. Maar, heren, waarom moet dat dan weer met een taalfout aan de lezers kenbaar worden gemaakt?

Update
Inmiddels is bekend dat de laatste in het bovenstaande lijstje de Publieksprijs heeft gewonnen. Het is een website die is gemaakt door de 15-jarige Roy Simons, die gefascineerd is door het werken onder de grond. Van harte proficiat, Roy.

Genealogische software
Ranglijst nummer 2 gaat over de stamboomprogramma's die de abonnees van Geneanet.org gebruiken. In totaal hebben zo'n 16.000 mensen opgegeven welk programma ze in gebruik hebben en dat leidt naar het volgende lijstje:


Aldfaer scoort hier zeer hoog, op zeer grote afstand gevolgd door de nummers 2 en 3. Wil dat nou zeggen dat Aldfaer verreweg het beste stamboomprogramma is? Nee, de lijst toont alleen aan dat de mensen die op Geneanet.org zitten het meest gebruik maken van Alfaer.

07 februari 2013

Schrikken in het archief

Je hoort er wel eens gruwelverhalen over, mensen die een archiefstuk gaan repareren zonder er veel verstand van te hebben. Bijvoorbeeld door een gescheurd vel papier weer aan elkaar te plakken met plastic plakband. Is geen goed idee, want de lijm gaat kruipen en kan het papier aantasten. Of de lijm droogt helemaal in, en verpest op die manier het document. Of het Sellotape laat gedeeltelijk los en trekt zo een stuk van het papier los.
Tot zover de gruwelverhalen. Maar dan blijkt dat je het in levende lijve kunt tegenkomen, zoals mij overkwam in het Stadsarchief Amsterdam:


Het lijkt er op dat deze brief twee keer te grazen is genomen. De eerste keer met smal plakband, enige jaren later nog een keer met breed plakband. De smalle reepjes Sellotape hebben al losgelaten en het papier is op die plaats sterk verkleurd. Als je zo'n mishandeld document tegenkomt is het zaak om daar meteen melding van te maken bij het hoofd studiezaal. Hij of zij kan het archiefstuk dan op de juiste manier behandelen. In dit geval was het een tripje naar het restauratie-atelier van het archief, waar ze nog kunnen redden wat er te redden valt. Het plakband kan heel voorzichtig worden losgehaald, waarna het document in een speciaal bad met papiervezels wordt gelegd, zodat de gaten weer kunnen dichtgroeien. Als dat is gebeurd, eventueel met nog een conserverende behandeling, kan het stuk er weer geruime tijd tegen. Toekomstige onderzoekers kunnen er dan ook nog van genieten.

Update
Voor de volledigheid, het gaat hier om
Toegang 234: Archief van de Familie Deutz
inventarisnummer 213: Fragment van een brief aan een der regenten betreffende de woning met vier morgen land in de Beemster. 1786 1 stuk