31 mei 2008

Fotografisch zoekplaatje

Hier een foto van de rijwielhandel van S. Rozema. De plaat is geschoten aan het begin van de vorige eeuw en hoogstwaarschijnlijk in het noorden van Friesland.
Ik parkeer de foto even hier op verzoek van Jannie Broersma-Haaijer, die heel graag wil weten waar de foto precies is gemaakt. Helaas staat een van de mannen precies voor het nummerbord van de auto. Het laatste cijfer zou mogelijk een 9 kunnen zijn. Om de foto te vergroten is een klik met de linker muisknop op de foto voldoende.



Het zoekplaatje is niet meer. Klaas Pera sprak het verlossende woord: de foto is gemaakt in Lutjegast. Tegenwoordig is in het pand de firma Oldenburger gevestigd. En kijken we op de website van dat bedrijf, dan zien we de huidige situatie, gefotografeerd van vrijwel hetzelfde punt.



Al met al heeft het zoekplaatje zo'n twee uur bestaan, voordat het werd opgelost, een beter bewijs voor de samenwerking die via internet mogelijk is, is er bijna niet!

Een draak van een akte uit 1662

Het is weer eens zover, ik bijt mijn tanden stuk op een tekst uit de 17e eeuw. En ik niet alleen, ook mijn naamgenoot Richard van Schaik loopt erop stuk. Ik vind dat we al een heel eind zijn gekomen (na een paar iteratieve pogingen zoals dat zo mooi heet) maar nu redden we het niet meer zonder hulp. Hieronder staat een foto van de akte, die door er op te klikken vergroot in beeld komt.



Hieronder staat de tekst zoals we die hebben weten te ontcijferen:

In [name van Got] den name Godes amen Comp[areerd]e
voor mij Willem van Veen not[ari]s etc[etera] Harmen Pietersz
[&] Hijt Hijtes[zen] van Harlingen als bevragters ter eenre
& Wijbe Janzen geldenschipper op de galjootschip
gen[aam]t de Lussde {toch: Liefde} ten anderen zijde Ende v[er]claerden
de Comp[aran]ten met malcanderen geaccordeert & overeen
gecomen te sijn wegens de naergen[oemden] bevragtinghe
dicteren dien naervolgende derwijlen bewaert den {niet bewaert, maar...}
v[er]sz[egden] schipper met sijn galjoot digt wel graeibaethe {groeisathe?}
xxxxxxxxxxxxx v[er]daen & beluven van de bevragters
klaer te leveren waer op de bevragters bij hun
costen sullen stellen een Commandeur vorder eerste stueren
& bootsgesellen & tselve v[er]sien van victualien tgunt
daer aen dependeerende sulx geschiet sijnde tselve
van daer seijlen naer de kuste van Groenlant
om aldaer door de segen des heren te ertschen
drijven wenden keren seijlen heen vlieden
tot des Commandeurs believen & goetvinden
& eijndelijk wederkeren & moeten komen
altot Harlingen & geschiet dese haevinge als
bevraghtingh bij de maent Innegaende de
eerste maent soohaest het gemelt galjoot
buyten de laetste ton van Texel affvliet
sal sijn gearriveert & eijndigenden soohaest
t selve galjoot xxxx behouden tot harlingen
sal sijn gearriveert te weten als de matrosen
aff gedanckt sullen zijn naar welcken tijt
xxxxxxxxx hetselve galjoot nog 14 dagen
tot de v[er]daen van de bevraghters aen te lossen
leeg stil moeten leggen welcke dagen niet
gerekent sullen werden & beloven de
bevragters de v[er]sz schipper voor vragt als
huering van het gemelt galjoot te betalen
't waren voor ijder maent dat hij uijtgeweest
sal sijn drie hondert vijfftig g[u]l[dens] & belangen
avarij & pilotagie t regulieren naer usantie
& cunslianie van desen tot naercoming etc[etera]
gedaen te.. v[er]present Wauter van Ven & Leen
Berklergal ge[tuijgen] desen getekent den 21 febr[uarij] 1662

w.g. Harmen Pijters
Hoyte Hoytes
Wibe Jansen (Pelsen)

22 mei 2008

Waar was mijn voorvader in 1685?

Mijn voorvader Harmen Pietersz Swafelstock was schipper. Zijn naam wordt aangetroffen in het tolregister van de stad Elbing aan de Oostzee. Elbing was een van de oprichters van de Hanze en was daarom gerechtigd om tol te eisen van ieder schip dat de haven aandeed. Van die tolheffingen werd gelukkig boek gehouden, zodat we nu weten welke schipper op welke datum in Elbing was.
Elbing ligt in een zogeheten haf, een rustig stuk zee dat door een lange zandbank van het ruigere water is afgescheiden. In de Atlas van Blaeu staat een mooie kaart van het gebied. Elbing ligt ten oosten van Dantzig, het huidige Gdansk.



In de regio van de Mare Balticum (Latijn voor Oostzee) is nog veel meer bijgehouden. Het gebied wordt wel de meest gedocumenteerde scheepvaartregio van het verleden genoemd. Schepen die naar de Oostzee wilden varen, passeerden de nauwe zeeëngte tussen de Zweedse provincie Skaane en het Demse eiland Seeland. Die nauwe verbinding tussen de Noordzee en de Oostzee kennen we beter onder de naam Sont. Op het nauwste punt liggen twee steden, Helsingör aan de Deense kant en Helsingborg in Zweden. Zie het kaartfragment van Blaeu, dat door het archief van Leiden op internet is gezet:



De bewindhebbers van Helsingör, in ons land overigens vaak Elseneur genoemd, noteerden van elk schip de naam, de naam van de schipper, de vertrekhaven, de doelhaven en de lading. Deze gegevens werden opgenomen in de tolregisters, een waardevolle historische bron. De registers liggen in het archief van Kopenhagen, en op diverse plekken worden kopieën bewaard, onder andere bij het IISG te Amsterdam.

Terug naar Harmen Pieterz, die op 7 mei 1685 in Elbing vertoefde, om daar lading te lossen en nieuwe koopwaar in te nemen. Ik kom aan die wijsheid via de website van Stefan Elsinga. Hij heeft informatie geraapt, zoals hij het zelf noemt, onder andere van de webpagina's van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. Daar vond ik de vermelding van mijn voorvader:



Op de terugweg heeft Harmen een route gevaren zoals ik die op het volgende plaatje heb ingetekend. Het is nooit precies te zeggen hoe het schip precies is gevaren, het is afhankelijk van windrichting en het oordeel van de navigator.



Hij is dus twee keer door de Sont gekomen, een keer op weg naar Elbing en een keer op de weg terug naar Nederland. Ik moet nog een keer door de Sont-tolregisters heen, om alle gegevens van die passages op te nemen, maar in de tussentijd kan heel goed een alternatieve bron worden gebruikt. Ik bedoel dan de kranten uit die tijd, die vaak melding maakten van scheepsbewegingen. Zo vond ik bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag de Opregte Haerlemsche Courant, die op 29 mei 1685 het volgende bericht publiceerde:



Waaruit blijkt dat Harmen Pietersz Swafelstock op 20 mei 1685 langs Elseneur is gevaren. Voor de route op het kaartje waren dus 13 vaardagen nodig. De opsomming van de langsgekomen schepen is gemaakt op 22 mei, en met een [post]schip meegegeven naar Haarlem, waar de informatie op 29 mei al kon worden gepubliceerd.

18 mei 2008

Onduidelijk handschrift

Bij het opzoeken van een huwelijksakte in Stadsarchief Amsterdam kreeg ik een onverwacht probleempje. Het ging om een huwelijk uit 1931 en die akten zijn al wel openbaar, maar nog niet op microfiche gezet. Ergo: je dient het trouwboek aan te vragen. Om te weten welk boek je moet hebben, is een blik in de tienjarentafel nodig. Zo gezegd zo gedaan, de naam van de bruid opgezocht, en daar stond:



Dat wil dus zeggen boek 5e, folio 1v waarbij de v staat voor verso ofwel de achterkant van het blad. Boek aangevraagd en rustig gewacht op de dingen die komen gingen. En wat kwam er? Trouwboek 5e, beginnend in september 1931. Daar stond de gewenste akte dus niet in. Dus maar weer terug naar de tienjarentafel en nu gekeken bij de vermelding van de bruidegom. De tafels zijn wat dat betreft dubbel uitgevoerd, handig als je alleen de naam van één van de huwelijkspartners weet. Bij de bruidegom stond:



Nu bleek dat ik niet boek 5e moest hebben, maar boek 5c. En ja hoor, daar stond de gewenste akte, achterop blad 1. Toch nog succes gehad.
In Amsterdam had men de gewoonte om iedere ambtenaar van de burgerlijke stand een eigen boek te geven. Dat werd dus door één persoon volgeschreven. Was het boek vol, dan werd dit ingeleverd en kreeg de ambtenaar een nieuw boek. Dus als boek 5c werd ingeleverd werd een boek 5d aangemaakt, daarna boek 5e enzovoort.

Begraafplaatsen in Amsterdam (3)

In de klappers van het Stadsarchief Amsterdam wordt de afkorting HLK gebruikt, om het Heiligeweg Leidse Kerkhof mee aan te duiden. Dat is een beetje een verwarrende naam, want het Heiligeweg Kerkhof bestaat allang niet meer. Het werd in 1664 gesloten, toen de stad Amsterdam voor de vierde keer werd uitgebreid en het kerkhof binnen de bebouwing zou komen te liggen. De begraafboeken gingen over naar het Leidse Kerkhof, zodat het lijkt alsof er sprake was van één begraafplaats met een dubbele naam. Het terrein van het vroegere Heiligeweg Kerkhof biedt nu plaats aan een huizenblok dat ligt ingeklemd tussen de Leidsestraat, de Nieuwe Spiegelstraat, de Herengracht en de Keizersgracht. Zie het volgende kaartfragment:



Het fragment is afkomstig van de kaart die in 1683 is gemaakt door Johannes de Ram. Ik vond de kaart op de kaartencollectie van de Universiteit van Amsterdam. Op die zelfde kaart staat ook het nieuwe Leidse Kerkhof getekend:



Let op, de kaarten zijn getekend in omgekeerde richting, wat wil zeggen dat het noorden aan de onderkant van de kaart zit. Op het Leidse Kerkhof is begraven tot in de 19e eeuw. Op de kadasterkaart van 1832 zien we dan ook een open ruimte op de plaats van het kerkhof:



Het perceel heeft nummer 2767 en in de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel (OAT) zien we dat het eigendom is van de Stad Amsterdam en dat het onbelast is. In 1899 werd op die plek de eerste Openbare Handelsschool gebouwd. Op de luchtfoto van Google Earth is te zien, hoe de situatie er tegenwoordig uit ziet:

03 mei 2008

Begraafplaatsen in Amsterdam (2)

In het tweede deel van dit serietje, waarin ik uiteindelijk alle begraafplaatsen van Amsterdam zal beschrijven, is het de beurt aan het Karthuizer Kerkhof. In het Stadsarchief en de indexen wordt dit aangeduid met de afkorting KKH. Het deel van mijn voorouders dat woonde aan de Haarlemmerdijk is aldaar begraven. Het kerkhof was vroeger de tuin van het Karthuizerklooster en voor een beschrijving doe ik weer een beroep op de onvolprezen Amsterdam van A tot Z.

Het klooster lag middenin de wijk die later de Jordaan zou worden genoemd. In de buurt bevonden zich markante punten zoals de driehoekstraat en de Noorderkerk. Beide bestaan tegenwoordig nog net zo. Een mooie afbeelding van het kerkhof is te vinden op de kaart van Amsterdam uit 1727 die wordt bewaard bij de Library of Congress van de Verenigde Staten.

De Driehoekstraat staat geheel rechtonder in het fragment, de Noorderkerk staat aan de linkerkant. Van dit gebied is in 1832 een kadastrale kaart gemaakt, die helaas een beetje te lijden heeft gehad onder de jaren. De kaart is te vinden op de website watwaswaar.nl. De kaart toont de karakteristieke layout van het grachtenpatroon van dit stukje Amsterdam:

En tegenwoordig kunnen we op internet schitterende luchtfoto's van dit gebied zien, zoals de volgende plaat die gehaald is van Google Earth. De Noorderkerk is op deze foto het middelpunt van de Noordermarkt, vol met kramen. Van het kerkhof is niets meer over, dat werd in 1860 gesloten. Tegenwoordig is er een speeltuin op het terrein gevestigd.

02 mei 2008

Praten als Brugman, zoeken naar Brugman

De overeenkomst tussen deze beide activiteiten is, dat ze erg intensief zijn. Zeker mijn zoektocht naar Cornelia Brugman, de vrouw van mijn directe voorvader Adam Keijser. De exacte begraafdatum bleef steeds maar weer in het ongewisse, ik kon de naam Brugman niet vinden in de zogeheten Leidse boekjes. Dat zijn de smalle bundeltjes, vol met formulieren die door vrijwilligers zijn volgepend.
Cornelia is op nogal een aantal manieren in de diverse boeken (denk aan doopboeken, trouwregisters en poorterboeken) opgeschreven, een niet uitputtend overzicht van die namen is:

Brugman
Brughman
Brughmans
Bruggeman
Brugmans
Burgman

De Leidse boekjes zijn gesorteerd op alfabet en wat het begraven betreft geordend per peiode van 10 jaar. Voor de in aanmerking komende decennia moest ik dus alle naamsvarianten doorploegen. Hetgeen in een aantal sessies keurig is gedaan, echter zonder resultaat.
Vanmorgen in het Stadsarchief van Amsterdam besloot ik, om nog maar weer een poging te wagen. Al bladerend viel mijn oog op inschrijvingen zoals "XXX, weduwe van XXX, geboren YYY".


Het zou toch niet, dat...??? Ja, dat zou het dus wel! Cornelia stond keurig ingeschreven als Cornelia, w[edu]w[e] van Adam Keijser, geboren Brugman. Toen dit eenmaal gevonden was, was het een kleine stap naar het begraafboek van het Karthuizer Kerkhof (afgekort KKH):


Het KKH zal ik binnenkort beschrijven, net zoals ik dat heb gedaan met het St Antonies kerkhof.
De Leidse boekjes hadden ook wel Japanse boekjes kunnen heten, aangezien ze van achter naar voren doorgebladerd moeten worden. Het vergt een beetje oefening, maar als je het eenmaal doorhebt is het geen probleem.
Overigens is het Satdsarchief heel druk bezig om afstand te doen van de boekjes, door de inhoud in de computer te zetten. Dat scheelt een hoop heen en weer lopen en je hebt tevens de mogelijkheid om op "fuzzy" alternatieven te zoeken. Inmiddels zijn alle boekjes voor de dopen vervangen door een databank.