16 september 2011

Pakhuis de Wildeboer

Update 20 september 2011: Ik heb me vergist, de balken in het pakhuis zijn niet van eikenhout, maar van grenenhout. De huidige bewoners hebben laten weten dat er in de hele constructie van het pakhuis geen eikenhout is gebruikt, waarvoor dank! Ik zal binnenkort bloggen over de vermoedelijke herkomst van het hout.

Ik waarschuw maar even, dit wordt een ingewikkeld verhaal. Teunis Bon, de grootvader van mijn betovergrootvader, kocht 210 jaar geleden het pakhuis 'de Wildeboer' gelegen aan de Zaan in Zaandam. Hij had opslagruimte nodig voor oliehoudende zaden, waaruit hij vervolgens olie liet persen door een van de vele oliemolens langs de Zaan.
Grootvader van... Hoe zit dat dan precies? Teunis Bon trouwde op 21 februari 1773 te West-Zaandam met Trijntje IJzer. Het echtpaar kreeg drie kinderen, Cornelis (1773), Simon (1775) en Christina (1779). Die laatste trouwde in 1808 met Abraham Keijser, mijn voorvader in directe lijn.
Het echtpaar kreeg één zoon, genoemd naar zijn grootvader en geboren in 1812. Enkele maanden later kwam Abraham Keijser te overlijden en Teunis (mijn betovergrootvader)werd deels opgevoed door zijn grootvader. Opa Teunis bouwde een handel in olie en traan op en deze ging in 1836 over naar kleinzoon Teunis. Daarvan werd melding gemaakt in de krant, door het plaatsen van volgende advertentie:


De advertentie stond begin maart 1836 in het Algemeen Handelsblad en dat was een bewuste keuze. De oliehandel van Teunis Bon was actief in een groot deel van het land, tot Middelburg aan toe. Het was zaak, om de wisseling van exploitatie zo breed mogelijk bekend te maken.
De oliehandel kocht zaden in, bijvoorbeeld raapzaad of koolzaad, en sloeg dat op in het eigen pakhuis. Als er vervolgens olie nodig was, werd een deel van het zaad uitgeperst in een oliemolen. Waar Teunis Bon nog gebruik maakte van de diensten van anderen, had Teunis Keijzer zelf een aantal molens in bezit. De zaden werden daar geperst in een installatie die met louter windkracht een druk van 500 atmosfeer kon genereren. Voldoende om - in twee etappes - alle olie uit de zaden te krijgen. Wat overbleef, de zogeheten oliekoeken, werd verkocht als veevoer.
Teunis Bon overleed in 1839 op de respectabele leeftijd van 87 jaar. Teunis Keijzer zette de oliehandel voort tot zijn dood in 1849.

Een sprongetje naar het heden, vorige week was het Open Monumentendag en pakhuis de Wildeboer bleek ook te bezoeken. Dat moest ik meemaken, dus vroeg opgestaan om de trein naar Wormerveer te nemen. Ik hoor de lezer al weer denken. Wormerveer? Maar het staat toch in Zaandam?
Ik had al beloofd dat het een ingewikkeld verhaal zou worden. Het pakhuis is naar schatting gebouwd in 1730 en op een gegeven moment stond het in de weg van de expansiedrang van de firma Verkade. Er werd geopperd dat het pakhuis best afgebroken kon worden, omdat het op waardevolle grond stond. Ai, dat viel niet zo goed. Gelukkig was er de Stichting Frans Mars, die zijn best deed om Zaans erfgoed te behouden. In 1985 kocht de Stichting het pakhuis voor een bedrag van 1 gulden.
De steunbalken (van fors eikenhout) werden onderaan doorgezaagd, er werden vijzels het pakhuis binnengereden en het hele gebouw werd op twee dekschuiten gereden. Klaar voor een tocht van 6 kilometer over de Zaan naar Wormerveer. Aan de Dubbele Buurt aldaar was een gapend gat ontstaan door het afbranden van een pakhuis. De ideale tweede plek voor de Wildeboer.


Het weer op 10 september zat goed mee, het pakhuis stond lekker in het zonnetje, zoals hier boven te zien is. De deur stond uitnodigend open en de bewoners waren blij verrast om een nazaat van de vroegere eigenaren te ontmoeten. Meteen bij binnenkomst zag ik een
mooi bordje, met daarop een lijst van alle eigenaren van het pakhuis. Die gegevens komen uit een boekje dat over het pakhuis is geschreven door een voormalig medewerker van Verkade, de heer Anne Hof. Hij heeft op basis van allerlei schepenakten en notariële akten uit het archief van de Gemeente Zaanstad de geschiedenis van het pakhuis in kaart gebracht. Ik heb zelf al die akten ook bekeken. Er is een groot verschil tussen 'over iets lezen' en 'iets met eigen ogen zien'. Zo ook nu, het was zeer indrukwekkend om het pakhuis van binnen te bekijken.
Uiteraard zijn er dingen veranderd om er een leefbaar huis annex atelier van te maken, maar bepaalde details zijn bewaard gebleven, zoals de dikke grenen balken die het skelet van het pakhuis vormen.


Het houtwerk is ooit witgekalkt, waarschijnlijk met een substantie die ook gif bevatte, om insecten en dergelijke te weren. Verkade heeft het pakhuis een aantal jaren gebruikt voor opslag van grondstoffen voor koek en andere zaken.
In de oude tijd werd het zaad gestort in zogeheten kassen, bakken die tegen de zijkant van elke verdieping waren getimmerd. Boven elke kas zat een luik, zodat frisse lucht vrij spel had in de opslagruimte. Er werd alles aan gedaan om de zaden in goede conditie te houden. Een andere bewerking was het verplaatsen van een lading zaden van boven naar beneden. Dat proces, dat volgens de overlevering de oorsprong is van het woord 'verkassen', werd in gang gezet door een schuif in de vloer te openen. De zaden stroomden zo een verdieping lager. Door die verplaatsing werd broei tegengegaan. Gelukkig zijn een aantal van die schuiven bewaard gebleven, zoals op de foto hieronder te zien is.


Al met al is het verhaal toch niet zo heel erg ingewikkeld geworden, zie ik.

2 opmerkingen:

Ineke zei

wat keuk dat je kon rondlopen daar waar je voorvaderen ook hebben gelopen en gewerkt. Jammer dat een gebouw niet kan praten, hoewel het toch "praat" en je een stukje verteld over hoe je voorouders werkten.

kenny.hendrickx@scarlet.be zei

Een van je voorouders was politieman.
Hij gebruikte een Plaatsnamenboek van zijn commissaris in 1897.
Je site op tiscali.nl is verdwenen !
Is het nog mogelijk om dat boekje ergens te raadplegen ?
Dat zou reuze zijn !

Kenny