Herzien Het Nationaal Archief (NA) bezit archieven over de zuivering die na de Tweede Wereldoorlog is uitgevoerd. Ik had het idee dat ik daar informatie zou kunnen vinden over familieleden die tijdens de oorlog in overheidsdienst zijn geweest.
Om inzage te krijgen in die archiefstukken, moet een bijzondere weg worden bewandeld. In de eerste plaats moet een verzoek worden gestuurd naar het NA, met daarin de vraag om de archiefstukken van bepaalde personen te mogen zien. Dat verzoek moet worden gestuurd met een duidelijke identificatie van de vragensteller (een scan van het paspoort, bijvoorbeeld) en gegevens van degene naar wie onderzoek wordt ingesteld. Is diegene langer dan 100 jaar geleden geboren, dan is er geen probleem, is dat niet het geval dan moet je aantonen dat betrokken inmiddels is overleden. Bijvoorbeeld met een scan van de rouwcirculaire of advertentie in de krant, of de persoonskaart/lijst.
Is dat eenmaal gebeurd, dan gaat een medewerker van het NA de indexen raadplegen. Die lijsten zijn niet openbaar in verband met de privacy. Is er een 'hit' gevonden, dan kun je langskomen, na vooraf een afspraak te hebben gemaakt. Raadplegeing van de documenten vindt plaats in een aparte ruimte, onder toezicht van de bewaking. Foto's maken is absoluut uit den boze. Kopieën kunnen wel worden aangevraagd, met een maximum van 4 en voor zover de informatie geen andere namen bevat.
Ik heb het eerste deel van het traject doorlopen en er was inderdaad een 'hit' op een van mijn familieleden. Ik heb een afspraak gemaakt en op mijn tafeltje verscheen een aparte doos met daarin vier archiefstukken. De doos was een tijdelijke, gemerkt met een grote sticker, zodat iedereen kon zien dat er een fotoverbod op gelegd was.
Al bladerend ontstond een beeld van het leven in de oorlog, en van sommige documenten wilde ik wel een kopie hebben. Zoals een brief van het Kringhoofd van de NSB en een handgeschreven brief van mijn familielid. Die handgeschreven brief was geen probleem, daar mocht ik een kopie van laten maken. De NSB-brief was echter een ander verhaal. Daar stond het Kringhoofd met naam op genoemd en dus mocht er geen kopie van worden gemaakt.
Gelukkig ben ik al meer van dit soort brieven tegengekomen (zie de bijgaande foto die ik heb gemaakt van een briefhoofd) en ook was het toegestaan om de inhoud over te schrijven (met potlood). De gedigitaliseerde kranten die op de site van de KB staan zijn erg behulpzaam. Daar las ik namelijk het volledige verslag van het proces dat tegen het Kringhoofd was aangespannen in 1947, compleet met naam, werkkring na de oorlog, adres en al. Mocht uit de krant blijken dat de persoon in kwestie overleden is, dan mag er wel over gepubliceerd worden. "Wettelijk houdt privacybescherming op na het overlijden", stelt het NA. De bewijslast in deze ligt wel bij de onderzoeker, anders zou het archief een onoverzienlijke hoeveelheid werk te doen krijgen.
Ik zal daar echter niets van publiceren op deze plaats. Een gevolg van de verklaring die ik heb ondertekend bij het NA, waarin ik verklaar naar aanleiding van de inzage in de akten geen publicaties te doen die de privacy van nog levende personen kan schaden.
Wie zelf een soortgelijk onderzoek zou willen doen, kan een mailtje sturen aan adres info@nationaalarchief.nl met het verzoek om archieftoegang 2.09.54 te mogen raadplegen.
Naschrift van het Nationaal Archief: "Toegang 2.09.54 heeft alleen betrekking op politiemensen, een kleine minderheid. Normaal gesproken vragen onderzoekers naar het archief van de Bijzondere Rechtspleging, toegang 2.09.09, waarbij een paar andere toegangen automatisch worden meegenomen".