27 maart 2010

Samen staan we sterk in bange tijden

Van 1700 tot 1721 woedde de 3e Noordse Oorlog in het Oostzeegebied. Een aantal partijen vloog elkaar in de haren om de zeggenschap over het gebied rond de Oostzee. Zweden was daar oppermachtig en dat zinde de andere landen niet. Kortom, er werd strijd geleverd en niet zo’n beetje ook.


In de tussentijd bleef de handel op de Oostzeehavens wel aantrekkelijk. Vooral de Nederlanders hadden een lange traditie op dit gebied. In Oostzeehavens werd goed betaald voor producten uit West-Europa en de koloniƫn. Wie de Sont Tolregisters doorspit, komt daar heel vaak specerijen zoals kaneel tegen. Op de terugweg namen de handelskapiteins goederen mee zoals masten, scheepstimmerhout, duigen en hennep.
De handel moest dus doorgaan, maar het was niet echt verantwoord om als schip alleen die richting op te gaan. Het antwoord werd gevonden in de konvooivaart: met bijna tachtig schepen tegelijk vertrekken vanaf de rede van Texel, onder bescherming van een aantal zwaar bewapende schepen. De koopvaardij was zelf ook vaak bewapend, met voldoende kanonnen om kapers en wat dies meer zij naar de zeebodem te jagen als dat nodig mocht zijn.


Een impressie van zo'n konvooi is geschilderd door Ted Walker, zie hierboven. Image used with permission. Nadere informatie over dit schilderij en andere zeetaferelen kan worden bekeken op: www.edwalkermarine.com waar ook kunstdrukken besteld kunnen worden, door een e-mail te sturen.

Gelukkig zijn van de konvooivaart enkele papieren bewaard gebleven. Ze worden bewaard in het Stadsarchief van Amsterdam, in het archief van de Directie van de Oostersche Handel en Reederijen. Dit archief is te vinden onder toegangsnummer 78.
Hieronder staat een fragment van de lijst, waaruit blijkt dat de hele groep op 5 september 1712 het ruime sop heeft gekozen vanaf de rede van Texel.


Het mooie van deze lijst (en nog enkele andere uit hetzelfde archief) is, dat niet alleen de naam van de kapiteins wordt gegeven, maar ook de naam van het schip waarover zij het commando voerden. De bestemmingshaven is vermeld, evenals het aantal bemanningsleden en het aantal stukken geschut. De Juffr. Sara, gevoerd door kapitein Jarig Albertze had 8 bemanningsleden en geen kanonnen. Het schip de Constapel (oud woord voor ordehandhaver) van Coert Jacobsze Kroese had 14 mensen aan boord en maar liefst 8 kanonnen. Dit was daarmee het zwaarst bewapende handelsschip van het hele convooi.

Geen opmerkingen: