11 maart 2007

Het grote nut van redundantie

Het begrip redundantie wordt gebruikt in de computertechniek, om aan te geven dat van bepaalde gegevens diverse kopieën bestaan. Het kan dan gaan om files die dubbel zijn opgeslagen, maar ook om bits die in een opslagsysteem staan. De wortels van het woord zijn te vinden in de taalwetenschap, zoals blijkt uit Kramers' Kunstwoordentolk uit 1863:




Volgens de makers van het woordenboek heeft het begrip een genatieve lading, er is sprake van overmaat. In de genealogie hebben we gelukkig ook vaak te maken met redundantie, een gebeurtenis wordt op een aantal plekken beschreven. Een mooi voorbeeld vond ik in Weesp in de 18e eeuw. Wanneer in die regio werd getrouwd dan werd dat uitgebreid genoteerd. Niet zomaar een simpele aantekening in het kerkboek, maar een meervoudige vermelding.

Het begint met de ondertrouw, waarvoor Weesp een apart register had. Dit ondertrouwboek voor hervormden (ja, er was er ook een voor mensen met een andere religie) wordt in het archief te Haarlem bewaard onder nummer Weesp 74. Zo'n inschrijving ziet er als volgt uit:


In dit boek worden de zondagse geboden vermeld, waarvan er in de regel drie moesten worden gedaan. Als die procedure achter de rug was, kon er getrouwd worden. In de kerk natuurlijk, alwaar de dominee inschrijving nummer twee voor zijn rekening nam, en wel in het trouwboek van de kerk. Deze inschrijving is wat summierder, met alleen de namen van bruid en bruidegom en de datum van de huwelijkssluiting:

Het hervormde trouwboek is te vinden in het archief in Haarlem in boek Weesp 5. In de meeste andere plaatsen was een dergelijke inschrijving de enige vastlegging van een huwelijk. Je hebt er als genealoog wel wat aan, maar een echte informatierijkdom is het niet. Nee, dan Weesp, waar een huwelijk ook nog voor het gerecht werd gesloten, met een bijbehorende duidelijke inschrijving:
Het ondertrouwboek van het Gerecht is in het archief te vinden in de boeken Weesp 64A en Weesp 64B. Deze akten bevatten ook de handtekeningen van de huwelijkspartners en de getuigen, voor zover deze konden schrijven natuurlijk.

De jonggehuwden woonden in Weesperkarspel, het gebied rondom de stad Weesp, waar men een eigen administratie bijhield. Het gaat om het zogeheten gaardersregister, waarin de impost (= belasting) werd aangetekend. Dat betekent in dit geval dat er nog een vierde vermelding van het huwelijk te vinden is en wel in Boek Weesperkarspel 8B:


Redundantie mag dan volgens sommige literaire critici overbodig zijn, bij genealogisch onderzoek is het een rijke bron om uit te putten.

Geen opmerkingen: