03 januari 2012

Wel een beetje opletten met scans

Bij archiefonderzoek is het natuurlijk prettig als je het origineel kunt raadplegen. Een dik boek op je tafel, ondersteund door een kussen of door een soort lessenaar van schuimplastic, dat werkt prettig.


Maar soms lukt dat niet, bijvoorbeeld omdat het originele boek in een paar honderd jaar zo fragiel is geworden dat je het eigenlijk niet goed meer kunt vasthouden. Als het meezit, heeft het archief dat oude boek gescand en kun je vanaf het beeldscherm alles bekijken. Met extra mogelijkheden zoals het aanpassen van helderheid en contrast, inzoomen op details en dergelijke.


En dan krijg je zoiets op je scherm. In dit geval moest ik de letter T hebben. Daar kun je natuurlijk komen door het hele boek bladzijde voor bladzijde op te roepen, maar dat duurt wel lang. Slimmer is, om een beetje te gokken waar je moet zijn. De T is de 20ste letter van het alfabet en de gewenste pagina's zitten dus op het 20/26ste deel van het boek. In mijn geval dus ongeveer op bladzijde 200.
Let wel, je komt nooit exact op de gewenste plek uit, want niet elke letter neemt evenveel bladzijden in beslag en de Q en de X komen ook niet echt voor. Maar het is een aanvaardbare techniek om ongeveer goed uit te komen. Ik kwam terecht op een folio met namen die met een R begonnen. Dus even iets verder bladeren en daar was de T.
Gauw alle namen langslopen, in de hoop mijn voorvader te vinden, maar nee hoor. Niks gevonden. Terwijl ik er toch vast van overtuigd was dat hij lidmaat was. Nou ja, jammer. Dit gebeurde ruim een jaar geleden. Toen ik weer eens in het archief was, ben ik toch nog maar een keer door het boek gegaan. En wat zag ik op folio 140? Een hoop namen die begonnen met een Z. En toen ging het belletje rinkelen.
Het boek bevat kennelijk twee keer het alfabet, aan het begin de reguliere inschrijvingen, achteraan de "overloop". Als een pagina vol is, ging de schijver achterin het boek verder. Op de "volle" pagina stond wel een verwijzing naar het achterste deel, maar daar stond niets om aan te geven dat het om een vervolg ging.
Conclusie: Ik had wel bij de T gezocht, maar in het overloopgedeelte. Bij een echt boek had ik dit veel eerder gemerkt en was ik snel naar het begin gegaan. Maar uiteindelijk kwam het toch nog goed en zag ik:


Thomas Meijberg uit Cremp. Dat laatste is de oude schrijfwijze van de stad Krempe in Sleeswijk-Holstein en dat is de richting die mijn zoektocht nu uit gaat.

4 opmerkingen:

Christian zei

Bladeren door scans is natuurlijk soms gewoon minder handig dan bladeren door een boek. Maar het biedt ook voordelen, zoals je weet.

Ervaringen als de jouwe moeten archiefdiensten echter wel in de gaten houden, als het gaat over 'verdienmodellen'. Een tik per klik wordt in dit geval al snel een kostbare zaak, als je eigenlijk niet makkelijk kunt bepalen wáár je moet klikken, omdat je eigenlijk eerste het overzicht van een heel boek moet hebben om te weten waar je voor een specifieke pagina - waar het je uiteindelijk om te doen is - moet zijn.

Richard Keijzer zei

@Christian: Gelukkig zat ik in de studiezaal en daar kunnen alle scans worden bekeken zonder dat je hoeft te betalen. Anders zou het inderdaad een dure grap zijn geworden.

Anoniem zei

Ben op dit moment een weekje in Duitsland, waar ik bij het evengelische Kirchenbuchamt microfiches van de Kirchenbücher uit de jaren zeventig heb geraadpleegd. Tjonge, dan moet je jezelf toch gelukkig prijzen als je digitale scans kunt raadplegen die afgesteld kunnen worden op helderheid en contrast. Er valt werkelijk bijna geen letter van te lezen, na een uur ben ik teleurgesteld afgehaakt...

Of zijn wij Nederlandse genealogen teveel verwend...?

Christian zei

@Richard: Precies. En willen we (archivarissen) dat er steeds meer digitaal gaat, dan moeten we dus rekening houden met hetgeen jij beschrijft. Gelukkig hebben we de studiezalen nog. ;-)

@Anoniem: Genealogen in Nederland zijn inderdaad verwend. Archivarissen ook trouwens. Maar ja, luxe went nu eenmaal snel... haha! Veel plezier nog in Duitsland!