De balken van pakhuis de Wildeboer
Het interieur van pakhuis de Wildeboer, dat inmiddels tot woonhuis is verbouwd, wordt gedomineerd door grenen balken. Het houtwerk is fors van afmetingen, de balken hebben een maat van circa 25 bij 25 centimeter. Ik schrijf circa om twee redenen, in de eerste plaats zijn de balken ruim 280 jaar oud wat wil zeggen dat ze 10 bij 10 duim meten. In de tweede plaats heeft het hout in al die jaren wat te lijden gehad, de balken zijn op sommige plaatsen niet dikker dan zo'n 24 centimeter. De dwarsbalken hebben een lengte van 8,40 meter (30 Amsterdamse voet) en ze liggen op staanders met een lengte van zo'n 2,30 meter. Op de aanhechtingspunten zijn schuine steunbalken aangebracht, via een mooie houtconstructie. Zie de foto. De schuine stukken zijn keurig ingelaten in de staander, en het geheel wordt met stevige houten pennen bij elkaar gehouden. Ik zal ongetwijfeld wat technische termen niet goed hebben, maar het idee is duidelijk.
Maar dan komt de vraag op, waar die balken vandaan zijn gekomen. Nederland had niet echt veel dennebomen die groot genoeg waren om dit type balk uit te halen. Ik denk dat ik het antwoord heb gevonden uit de documenten van de Oostzeehandel. Veel schippers uit Nederland voeren naar de Oostzee, om daar hout te kopen. Als voorbeeld heb ik een inschrijving uit 1728 opgezocht:
Het betreft hier een schipper uit Hindeloopen, die vanuit de Oostzeehaven Narva terugkomt met een lading bestaande uit:
1041 Bielker (= balken)
1300 Sparrer (= boomstammen) en
190 Deehler (= planken)
Het is dus denkbaar dat de balken en planken voor het pakhuis uit Rusland komen, de regio die nu Estland wordt genoemd. Op een kaartje uit de atlas van koning Fredrik den Femten (die wordt bewaard in de Koninklijke Bibliotheek in Kopenhagen) is te zien dat de omgeving van Narva zeer veel bos bevatte.
De opmerking "het is denkbaar" wil niet zeggen dat de bouwmaterialen inderdaad zo uit Narva zijn gehaald. De tolrechten voor balken zijn uitermate hoog. Kapitein Katt moest voor zijn 1041 gezaagde balken een tol van 32 rigsdaler en 25 schillinge betalen. De tol voor de 1300 boomstammen was maar 21 schillinge. Dat prijsverschil, in combinatie met de ruim 250 houtzaagmolens in de Zaanstreek, kan maar tot één conclusie voeren: de stammen kwamen uit Narva, de balken en planken werden er ter plekke van gezaagd. Dat ging simpel, de boomstammen werden in Amsterdam in het water gelegd en per boot over het Y en de Zaan naar Zaandam gesleept.
Op deze foto, gemaakt bij houtzaagmolen Het Jonge Schaap op de Zaansche Schans, ligt een rijtje stammen te wachten om gezaagd te worden.
Na afloop is de stam opgedeeld in een reeks mooie dikke planken. Het gezaagde hout wordt, zoals hierboven te zien is, te drogen gelegd in een droogschuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten