31 december 2010

2011: 200 jaar Burgerlijke Stand -2-

Volgens de Franse wetten moest iedereen een achternaam hebben. Zonder een vaste familienaam (ook wel geslachtsnaam genoemd) kon een persoon niet goed worden opgenomen in de registers van de Burgerlijke Stand. In streken waar het patroniem de norm was werden mensen dus gedwongen om een naam te kiezen. Soms werd gekozen voor een naam die aangaf waar iemand vandaan kwam (bijvoorbeeld Van Gorcum) of welk beroep hij uitoefende (bijvoorbeeld Faber = smid in het Latijn).
Het waren de gemeentebesturen die ervoor moesten zorgen dat het aannemen van een familienaam op de juiste manier werd vastgelegd. Om misverstanden te voorkomen, kregen de lokale bestuurders de nodige informatie toegestuurd, inclusief het hierna staande invulschema:


Deze uitvoering van het formulier was speciaal gemaakt voor het inschrijven van Joodse naamsaannemingen, gezien de voorbeeldnamen. Ook is rekening gehouden met situaties waarin iemand al over een familienaam beschikte. In dat geval moest in de officiële inschrijving het woordje "conserve" (behoudt) worden gebruikt in plaats van "adopte" (neemt aan). Uiteraard was de tekst geheel in het Frans geschreven.
Hieronder staat een voorbeeld van een document dat is gemaakt aan de hand van het verstrekte invulschema:


Dit document is afkomstig uit Zaandam, waar het aantal naamsaannemingen zeer beperkt was. Het boek in kwestie telt maar een twintigtal volgeschreven bladen. De meeste inwoners bleken al een achternaam te hebben en vonden het niet nodig om dat nog een keertje te komen vertellen. Uiteraard waren er ook mensen die weigerden om een achternaam te kiezen, zij werden pas in 1826 met achternaam te boek gesteld, na een Koninklijk Besluit van 8 november 1825, gepubliceerd in Staatsblad 74. Koning Willem I stelde daarin het hebben van een vaste geslachtsnaam verplicht.
Interessant detail: In de hedendaagse literatuur wordt deze vorst altijd aangeduid met Willem I, in zijn eigen tijd werd alleen gesproken van Koning Willem. Pas toen koning Willem II in 1840 aan de macht kwam, kreeg zijn vader het romeinse cijfer I achter zijn naam. Vergelijk ook de 1e Wereldoorlog, die toen alleen werd aangeduid als De Grote Oorlog, of "de oorlog die aan alle oorlogen een eind maakt". Na 1939 wisten we, dat dat niet waar was.

30 december 2010

2011: 200 jaar Burgerlijke Stand

Nog even en we schrijven het jaar 2011 en dan is het 200 jaar geleden dat de Franse wetten in Nederland gingen gelden. In 1811 werd de burgerlijke stand ingevoerd, op instigatie van Napoleon. Sommige gedeelten van het land, denk aan Limburg en Zeeland, vielen al eerder onder het Régime en zo kon het gebeuren dat daar in 1796 al een brugerlijke stand werd ingevoerd.
Ging dat nou allemaal van een leien dakje? Die indruk ontstaat vaak, als je de dikke boeken met aangiften van geboorte, huwelijk en overlijden bekijkt. Maar in de praktijk was het toch meer edrvaren als een verplichting. De lokale overheden moesten ervan worden overtuigd dat het ernst was. Enig archiefonderzoek brengt interessante documenten aan het licht, zoals de bijgaande proclamatie:


waarin werd verteld wat van de ambtenaren van de gemeente werd verwacht. Zij moesten een open oor hebben voor de aangiften van geboorte, huwelijk en dood. De feiten dienden te worden vastgelegd, aanvankelijk in gewone folianten, later op voorgedrukte en gewaarmerkte bladen. Die voorgedrukte bladen komen zo tegen 1815 in zwang, de ene gemeente was er wat eerder mee dan de andere.
De gemeenten werden niet aan hun lot overgelaten, periodiek werd gekeken of het allemaal wel goed ging. Zo niet, dan werden er maatregelen genomen. Een voorbeeld is de nogal boze brief, die bij de Maire (burgemeester) van Westzaandam werd bezorgd. De registers van de burgerlijke stand voldeden niet aan de eisen en dus werd de Maire op zaterdagochtend ontboden bij de Onder-Prefect:


En de Maire deed waarschijnlijk braaf wat hem werd opgedragen, hij liet een koets inspannen en reed op zaterdag naar Alkmaar.
En waarom was Monsieur le Sous-Préfect nou zo kwaad? De Maire van Westzaandam was wat minder netjes dan zijn collega aan de andere kant van de Zaan. Die laatste, Jan Pauw, had een mooi handschrift en schreef de gegevens ook keurig op. Zie:


In West-Zaandam werden de zaken iets anders opgeschreven. Wellicht met het idee "iedereen weet toch in welk jaar we leven" werd het jaartal 1811 niet in de acte opgenomen. Ook schreef de Maire niet gemeente Westzaandam, maar Westzaandam, gem. dus in de verkeerde volgorde. Voeg daarbij de nodige vlekken en onduidelijke woorden en we weten waardoor "des prefects toorn" werd opgewekt.



Update: Nader onderzoek wijst uit de dat Maire van Westzaandam flink onder handen is genomen door de onder-Prefect. De inschrijvingen in het laatste deel van 1811 zien er beter uit. Een foutje (het vergeten van de aanduiding dat Westzaandam een gemeente is) wordt snel hersteld.


Overigens werden de dorpen Oostzaandam en Westzaandam in 1811 samengevoegd tot één plaats, simpelweg Zaandam geheten. Er bleef nog wel een beetje verschil, de westelijke helft was Canton 1, de oostelijke helft Canton 2.

18 december 2010

Het raadsel Jansen & Jansen

Bij het zoeken naar de voorouders van molenaar Gerrit Jansen kom ik terecht bij zijn vader. En inderdaad, die vader heet Jan Jansen. In 1695 trouwt Jan Jansen Muller (hij was tenslotte molenaar) met Aeltien Egberts. Hij was weduwnaar, dus moest voor de kinderen uit het vorige huwelijk wat geregeld worden. Dat gebeurde bij de Rigter van het Ampt Niebroek, op 9 mei 1695. De bevindingen zijn vastgelegd in een boek, dat zich in het oud-rechterlijk archief (ORA) van Nijbroek bevindt. Te zien in het Gelders Archief in Arnhem, bij toegangsnummer 0189 en inventarisnummer 8.
Jan Jansen was eerder getrouwd met, jawel, Grietje Jansen. In de akte is sprake van een persoon die - kreun - Jan Jansen Hoop heet en die wordt gepresenteerd als de bestevaeder van die kinderen.


De opa, in modern Nederlands, is bereid om het mombaerschap op zich te nemen en zich te beijveren voor het welzijn van de kinderen. Hij weet zich daarbij vezekerd van de hulp van Barthold Jansen, der kindere oom. Mooi natuurlijk, maar voor mij is er dus wéér een Jansen ten tonele verschenen.


Ik zit nu met de vraag wie Jan en Barthold precies waren. Het feit dat ze respectievelijk de grootvader en de oom van de kinderen waren is onvoldoende. Barthold kon de broer van de bruidegom òf van de bruid zijn geweest. Idem dito met Jan, die de vader van de bruidegom of van de bruid kan zijn geweest. Kruiselings kan ook nog, bijvoorbeeld dat Jan de vader van Jan was, en Barthold de broer van Grietje. Het speelt allemaal aan het eind van de 17e eeuw en doop-, trouw- en begraafboeken uit die tijd zijn redelijk schaars. Een eventueel antwoord zal dus uit secundaire bronnen moeten komen. Ik hou me aanbevolen voor tips.

11 december 2010

De molenaar uit Elburg op het spoor

Ik stam af van Gerrigjen Gerrits ten Hoope uit Elburg. Uit de naam valt af te leiden dat zij een dochter is van Gerrit. Onderzoek wijst uit dat het gaat om Gerrit Jansz, molenaar op molen De Hoop. Vandaar ook de naam Ten Hoope. Gerrits Jansz was getrouwd met Christina Jansen, dochter dus van een zekere Jan.
En toen hield het lange tijd op. Het echtpaar koopt in 1728 een part in de achterste korenmolen, zo staat in het oud-rechterlijk archief van Elburg. In die stad was echter, in de jaren voor 1728 geen enkel huwelijk te vinden van Gerrit en Christina.
Speuren in steeds wijdere cirkels rondom Elburg gaf ook geen enkel bruikbaar resultaat. Je gaat ja dan afvragen of ze misschien als Stijntje of als een andere naamsvariant in de boeken staat.


Ook dat leidde tot niets. Ik heb de trouwboeken van havensteden zoals Bunschoten bekeken, idem in Huizen, Naarden, Muiden en Amsterdam, in de hoop dat Gerrit misschien over de Zuiderzee voer. Ik had toen nog het idee dat ik hem in Elburg moest zoeken en ik had zelfs al een kandidaat uit de stad op het oog. Maar nee, geen resultaat.
Een mogelijke truc in zo’n situatie is “vergeet het hele onderwerp, en misschien kom je dan toevallig iets tegen dat je weer op het juiste spoor zet”. Leuk geprobeerd, maar na een tijdje bleek overduidelijk dat dat niet werkte.
Volgende truc: “als je het zelf niet weet, misschien weet een ander het dan wel”. Dus een vraag geplaatst op het prikbord van de Nederlandse Genealogische Vereniging (NGV). Dat leverde na enige tijd de gouden tip op, gemeld door mevrouw G. Vegt-Snel. Zij schreef:

U kent vast wel de uitdrukking: wie zoekt zal vinden. Nou dat heb ik dus gedaan, "zoeken" en toen heb ik ook nog gevonden wat u maar niet kon vinden. Op de website van Veluwse Geslachten vond ik met behulp van een zoekfunctie in de PDF-file: TROUWBOEK 1695 - 1812 NG NIJBROEK R.B.S. 1557.1 door B. Dolman, Tekstbewerking: G. A. Schurink-Schilder 1994.
het volgende:

07-07-1725 Gerrit Jansen jm. v. Nijebroek en
Christina Jansen jd. v. Nijebroek tr. alhier 29.07.1725
getuige; vd. bruidegom de vader Jan Jansen Mulder en
vd. bruid de moeder Janna Opgelder

Dit klinkt veelbelovend en nader onderzoek was beslist nodig. Zoals altijd hanteer ik de stelregel dat ieder feit gecontroleerd moet worden bij de originele bron, dan wel een bron die daar zo dicht mogelijk bij zit. De originele bron is in dit geval het originele trouwboek, de 'next best choice' is de kopie daarvan, aanwezig in het Gelders Archief in Arnhem. De transcriptie van meneer Dolman is een afgeleide bron. De originele inschrijving ziet er zo uit:


De namen kloppen, maar hoe weet ik nou of dit inderdaad de juiste personen zijn? De namen Gerrit en Christina zijn wel apart, maar er kan best nog zo’n koppel geweest zijn. In besloot om het lidmatenregister maar eens te bekijken. In de hoop een aantekening te vinden dat ze met attestatie naar Elburg zijn gegaan. Leuk plan, maar het gaf niet het gewenste resultaat. Balen, natuurlijk, maar bij het verder terugbladeren in het register viel mijn oog plotseling op:


Mijn hele dag was weer goed en ik kreeg energie om het oud-rechterlijk archief (ORA) van Nijbroek door te spitten. Met een paar leuke actes, die nu klaarstaan om getranscribeerd te worden. Het enige dat ik nu nog nodig heb, is voldoende tijd. Maar dat gaat wel lukken!