Kassa!
Als de tarieven van de spoorwegen met meer dan een paar procent worden verhoogd, dan schreeuwt men links en rechts moord en brand. Ik moest daar aan denken toen ik in het archief van Bunschoten een plakkaat uit 1709 aantrof, dat de betaling van het zogeheten hoorngeld regelde. Dat was een belasting op vee, voor iedere koe diende een bedrag te worden betaald. In het plakkaat staat onder andere:
Even snel rekenen en je ziet dat hier sprake is van een verdubbeling van het bedrag, ofwel een verhoging met 100 procent. Per koe moest geen 8 gulden meer worden betaald, maar 16 gulden. Tevens werd de betalingstermijn, die voorheen acht dagen bedroeg, verkort tot vier dagen. En wie zich daar niet aan hield, kon een boete tegemoet zien. Hoezo, de goede oude tijd?
Met een muisklik op het plaatje hiernaast komt het plakkaat groter in beeld.
1 opmerking:
een indicatie van hoeveel geld dat is in die tijd 16 gulden.
Kornelis Kouwenhoven sitter in het schoenlappershuijsje bij de Spekbtug (Alkmaar) wiens pligt het is schoonte houden de pishoeken tussen de pijlaars die buijten en rondom de Waag zijn, mitsgaders onder de luijsen, het bewaren van touwen en blok tot de Spekbrug, het schoonhouden van de straat bij de aschschuijt, en het lossen van dezelve schuijt aan de asstalen daar voor hij ontfangt f 2:2:= hij krijgt dus 2 gulden en 2 stuivers per week hiervoor, de boer moet dus ongeveer 8 keer het weekloon van Kornelis betalen om 1 koe te houden. Wat bracht 1 koe in die tijd op om toch nog winst op de koe te hebben?
Een reactie posten