23 augustus 2012

Merkwaardige huisnummers - 3 -

Weer een posting over huisnummers, nu geconcentreerd op de bovenverdieping(en). Het blijkt dat verschillende steden ook daarvoor verschillende systemen hebben.
Amsterdam doet het zo, de woning op de begane grond krijgt als toevoeging “huis”, vaak afgekort tot “hs”, de verdiepingen daarboven worden met Romeinse cijfers aangeduid, bijvoorbeeld 16-I voor de eerste verdieping van nummer 16. Huizen die aan het eind van de 19e eeuw werden gebouwd, hebben een voor- en een achterdeel, je kun dus wonen op Kinkerstraat 37-III achter.
De toevoeging op de huisnummers was er eigenlijk alleen voor de postbode, want aan de buitenkant van de huizen stond doorgaans maar één nummer.

In Utrecht wordt het bovenhuis aangegeven met de toevoeging “bis”, een systeem dat voor zover ik weet in geen enkele andere Nederlandse gemeente wordt toegepast. Is er een tweede bovenhuis, dan krijgt dat de toevoeging bis A. Op Flickr vond ik bijgaand juweeltje:

Het systeem met huisnummers met bis is ook te vinden in Parijs en daar hebben ze weer een geheel eigen oplossing bedacht voor de verdere bovenwoningen. De eerste bovenwoning (de tweede woning met dat adres) krijgt net als in Utrecht de toevoeging bis. De tweede bovenwoning (de derde woning) krijgt de toevoeging “ter” en de derde bovenwoning de toevoeging “quater”. Deze termen zijn afgeleid van Latijnse rangtelwoorden. Zo’n bordje voor de derde verdieping (de vierde woning op dat nummer) ziet er dan bijvoorbeeld zo uit:

Haarlem beschikt ook over een vrij uniek systeem, waar de huisnummers in kleur werden uitgevoerd. De benedenverdieping was zwart, het bovenhuis was rood. Mijn overgrootvader Dirk Keijzer woonde bijvoorbeeld op de Kleine Houtstraat 31 rood, op het bovenhuis dus.

18 augustus 2012

Merkwaardige huisnummers - 2 -

In het vooroorlogse Berlijn werd een bijzonder systeem gehanteerd voor het nummeren van huizen, de zogeheten Hufeisen-nummerierung. In het Nederlands de hoefijzernummers. Het systeem kwam er op neer, dat het eerste huis aan de rechterkant van de straat het nummer 1 kreeg. Vervolgens werd aan die rechterkant doorgeteld met 2, 3 enzovoort.
Dat leidt dus tot grappige constructies waarbij nummer 1 tegenover nummer 26 ligt en nummer 13 het huis met nummer 14 aan de overkant heeft. Dit wordt mooi weergegeven in de oude adresboeken van Berlijn:


In dit geval gaat het om de Türkenstrasze, die loopt tussen de Müllerstrasze en de Edinburgerstrasze. Deze straten liggen in de wijk Wedding waar in die tijd de straten werden genoemd naar plaatsen en landen in Europa. De straat bestaat nog steeds en zo laat Google Maps het zien:


Wie zelf ook wel eens wil grasduinen in de adresboeken van Berlijn kan terecht op de speciale website van de Zentral- und Landesbibliothek van Berlijn. Daar hebben ze een hele collectie gedigitaliseerd.

14 augustus 2012

Merkwaardige huisnummers

De huisnummering van Keulen (uit 1796) en Maastricht (uit 1806) was doorlopend, wat wil zeggen dat elk huis een eigen uniek nummer had gekregen. Handig op het moment van uitgifte, maar erg ingewikkeld als er panden gesloopt of bijgebouwd werden. De nummeringen in beide steden is inmiddels vervangen door de 'gebruikelijke' variant bestaande uit straatnaam gevolgd door nummer. In een stad kun je dus diverse keren hetzelfde nummer aantreffen, maar het verschil tussen 'Markt 33' en 'Bunderweg 33' is overduidelijk.

Toch bestaan er nog nummeringssystemen die veel ouder zijn dan de bovengenoemnde twee. Het merkwaardigste wordt gebruikt in Mannheim, waar de binnenstad is verdeeld in vierkanten, in het Duits Quadrate geheten. Elk Quadrat heeft een aanduiding met een letter en een cijfer. De kenner kan uit die combinatie meteen de juiste positie aflezen, net zoals een vak op een schaakbord.
Midden door Mannheim loopt een brede straat (die dan ook zeer toepasselijk Breite Strasze heet) en dat is de oorsprong van de nummering. D4 wil zeggen: vierde rij Quadrate van onder af en vierde Quadrat van de Breite Strasze af. De plattegrond van de stad maakt duidelijk hoe het zit:


Maar dan nu de nummering. De huizen worden opeenvolgend genummerd (1, 2, 3 etc) om het vierkante huizenblok heen. Om het helemaal mooi te maken loopt de nummering aan de ene kant van de stad tegen de klok in en aan de andere kant juist met de klok mee.
Dit systeem is meer dan 400 jaar oud en het werd ooit beschouwd als het summum van logica. Met enig nadenken kan ik me best in die stelling vinden, maar als je als toerist in de binnenstad rondloopt dan verdwaal je gegarandeerd.

10 augustus 2012

De Engelse ziekte

Nee, het gaat niet over rachitis maar over de onhebbelijke gewoonte om woorden die aan elkaar horen los te schrijven. Waardoor soms stuitende constructies ontstaan. Ik zag er weer eentje langskomen en nog wel op de website van het CBG. Lees even mee:

Nieuwe dagcursus van Eric Hennekam op 3 december
9-08-2012

Veel genealogen en andere archiefonderzoekers (historici, auteurs)
gebruiken standaard bronnen op internet om informatie over hun familie
en over archieven te zoeken. Maar er is veel meer te vinden door een
andere zoekmethode te gebruiken. In een speciaal ontwikkelde ééndaagse
cursus...

tot zover het citaat van de site.

Wat staat daar nu eigenlijk? Dat onderzoekers standaard (dat wil zeggen steeds) gebruik maken van bronnen. Iets dat aantoonbaar niet waar is, er zijn genoeg klakkeloos kopiërende mensjes.

Wat wordt bedoeld? Dat er wordt gezocht in de standaardbronnen en dat de cursus leert om buiten de gewone paden te lopen.

Afijn, het deed me weer even denken aan het epistel van vriend H. Baut, die een lab beschreef met een buitenlandse prof. Voor een experiment had hij een kooi van Faraday nodig, maar het aanwezige exemplaar was niet zwaar genoeg. Zijn opmerking over "een lichte kooi" tegen de directrice van het lab leidde tot tumult...

05 augustus 2012

Zéér hoge huisnummers

Bij mijn naspeuringen ben ik al de nodige hoge huisnummers tegengekomen, zo hebben mijn opa en oma gewoond op de Rijswijkscheweg nummer 506 in Den Haag. Maar wil je ook, die straat is bijna anderhalve kilometer lang.
Maar huisnummer 1196 in een straatje van krap 80 meter lengte, daar moet toch iets anders aan de hand zijn. En dat klopt, want het gaat niet om aparte huisnummers zoals wij die kennen, maar om huisnummers van een hele stad, Maastricht in mijn geval.


De overledene, hoefsmid Nicolaas Marquet, woonde in de Uitbelderstraat No 1196 zo lees ik in de overlijdensakte. Het blijkt dat Maastricht in 1806 een huisnummering kreeg, de zogeheten Franse nummering, waarbij elk huis een eigen nummer kreeg. De straatnaam werd er voor genoemd om aan te geven waar dat nummer zich bevond.
Dat systeem komt meer voor, we hoeven alleen maar naar het mooie verhaal van de makers van Eau de Cologne (Kölnisch Wasser) te luisteren. Wel even de romantiek wegdenken van de Franse officier die bij nacht en ontij te paard door de stad reed om nummers op muren te schilderen. De huizen in Keulen kregen wel allemaal een eigen nummer en dat van de parfummaker stond in de Kloksteeg ofwel de Glockengasse.


Goed, we zitten op het juiste spoor. Maar hoe kom ik er nou achter om welk huis het precies ging? Een optie is om af te reizen naar Maastricht (3 uur met de trein heen en 3 uur terug) om daar in het archief de concordantietabel te raadplegen. Beetje veel tijd voor een enkele opzoeking, maar misschien staat die omrekentabel wel op internet?
Nou nee dus, dat stond hij niet. Maar even verder speuren op Watwaswaar.nl biedt een alternatief. In een kolom op de OAT (de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafel) staan getallen vermeld, soms in een vreemde volgorde. Zet je die nummers op de kaart, dan komt er weer orde in de chaos. Het kan niet anders of we hebben te maken met "een" huisnummering voor de hele stad. Nu eventueel nog bewijzen dat het hier om de bewuste Franse nummering uit 1806 gaat, hoewel dat niet per se hoeft.


Maar in de tussentijd heb ik wel wat ik weten wilde, namelijk de lokatie van huis nummer 1196. Op de kaart aan de linkerkant van de straat, het middelste van de 5 panden. En dan lukt het weer om te zien welk pand het is, zonder 3 + 3 uur in de trein te zitten. Leve Google Streetview, dat goed laat zien om welk pand het gaat.


Uiteraard is dit (vooraan rechts op de foto) niet het huis dat er in 1828 stond, daar is de bouw te modern voor. Ik kan me wel voorstellen dat ook dat oude huis een grote poort heeft gehad, zodat de paarden die beslagen moesten worden de smidse ingeleid konden worden.