Zoals diverse mensen al hadden gezien was het kleine voorwerpje dat in het archiefstuk zat inderdaad het versleten puntje van een ganzeveer. Op bijgaande foto is goed te zien dat het puntje aan de linkerkant is afgesleten, waardoor er geen mooie letters meer mee gemaakt konden worden. De schrijver heeft het puntje met zijn pennemes afgesneden, om weer een nieuwe pennekop te kunnen snijden. Dat deed hij door de schacht van de veer schuin af te kappen, de randjes rond te snijden en in het midden van het puntje een inkerving te maken. In die snede vloeide de inkt en dat principe is bij de latere kroontjespen en vulpen overeind gebleven.
Om het wat duidelijker te maken (is niet helemaal gelukt, vrees ik) heb ik een modelletje van zo'n afgesneden pen gemaakt met behulp van Google Sketchup. Dat is een gratis programma waarmee je 3D-voorstellingen snel kunt maken. Tenminste, als je er al een tijdje mee bezig bent en alle trucjes van het programma kent. Bij mij is dat nog niet zo, maar dat zal niet lang duren.
Goed, terug naar de ganzenveer. In de oude boeken wordt er op gehamerd, dat de veer uit de linkervleugel van de vogel getrokken moet worden, het liefst terwijl het dier nog leeft. Dan is de veer nog vers en kan de gans in kwestie nog meer veren produceren. Je moet het maar bedenken.
Waarom nu juist uit de linkervleugel? De veren zijn gekromd en wanneer een veer uit de linkerkant wordt gehaald heeft deze een vorm die makkelijk in de hand ligt voor iemand die rechtshandig is. Vandaar. In oude teksten wordt ook geschreven dat een ganzenveer wel een mooi schrift kan produceren, maar dat degene die echt een stukje kwaliteit wil afleveren, gebruik moet maken van een zwanenveer. Dat lijkt me niet makkelijk, heb je ooit wel eens geprobeerd om een levende zwaan te benaderen, laat staan hem een veer uit te trekken? Ik vraag me af met hoeveel man ze dat vroeger hebben gedaan.
En dan nog de ouderdom van het stukje ganzeveer. Ik heb gezocht op internet en kwam bij Wikipedia de volgende beschrijving tegen:
Voor de ganzenveer werden in de lente de buitenste vijf slagpennen van
levende vogels genomen. Men gaf de voorkeur aan de veren van de linker vleugel,
omdat zij een buiging hebben die voor rechtshandige schrijvers naar buiten, van
de schrijver af, gericht is. Voor men met de veer kon schrijven moest deze op de
juiste wijze bewerkt worden. De veer werd schuin aangesneden en men verwijderde het merg, waarna de veer gehard moest worden.
Daartoe werd de pen zolang in water geweekt tot deze er glanzend wit uitzag. Voor het eigenlijke harden werd het ingeweekte gedeelte in een houder met heet zand van de juiste temperatuur gestoken tot de punt doorschijnend werd. Het zand moest zo heet zijn dat de pen wel siste, maar niet barstte. Tot slot werd de bovenste huidlaag van de pen gekrabd, waarna de pen gesneden kon worden.
De vraag is, hoeveel tijd dit in beslag nam. Maar omdat er staat dat de veren in de lente "geoogst" werden en het document in kwestie na de zomer van 1606 is geschreven, mag ik aannemen dat de veren in de lente van 1606 zijn geplukt.