Mijn voorvader Dirk Simonsz was kapitein en voer op Suriname. Op de heenreis werden Hollandse producten meegevoerd, denk aan bier maar ook pek, teer en stijfsel. Dakpannen en cement werden ook regelmatig naar Suriname verscheept.
Als de schepen terugkwamen, dan zaten ze boordevol lokale producten, met name koffie en cacao. In april 1758 gaven kapitein Simonsz en zijn stuurman de lading officieel aan, getuige dit document dat afkomstig is uit het archief van de Sociëteit van Suriname:
En wat staat daar nou precies? Het schip is geladen met 171.778 pond koffie en 388 pond cacao. Die aantallen zeggen mij niet zoveel, ik zou graag willen weten hoeveel ruimte die lading in beslag nam. Dat vereist een beetje rekenwerk.
De ponden waar het hier om gaat zijn zogeheten Amsterdamse ponden, met een gewicht van 494 gram. De lading koffie woog dus - in moderne maten - 84.858 kilo en ruim 3 ons. Nu voor de volgende stap, de hoeveelheid ruimte. Daarvoor moeten we weten wat het soortelijk gewicht van die koffie is.
Het ging om ongebrande koffie, die van de schil was ontdaan en die in de zon te drogen was gelegd. Het juiste gewicht is afhankelijk van de groei van de bessen en de droogtijd. Met dank aan Nina van der Hulst kan ik een schatting maken van het gewicht van koffie in zakken en dat is zo'n 700 kilo per kubieke meter.
Dat volgt uit deze tabel, met verzamelde bevindingen van een aantal onderzoeken naar koffie. Je hebt soortelijke massa van het product zelf (de zuivere koffie) en de soortelijke massa van de koffie in bulk. In die laatste vorm zit er lucht tussen de bonen, vandaar dat de massa minder is.
Hieruit kan worden berekend, dat de verscheepte hoeveelheid koffie een volume van ongeveer 121 kubieke meter in beslag nam. Dat werd in Amsterdam, ter plekke gebrand.